De praktijkopleider

18

mei

18

mei

Je hebt de “praktijkopleidersrol” als ervaren medewerker toebedeeld gekregen. Proficiat!

Klinkt mooi, praktijkopleider. Maar wat ben je dan eigenlijk? En wat moet je doen? En wat is het verschil met een werkplekbegeleider? In verschillende branches en in de onderwijswereld worden diverse titels gebruikt voor de rol van begeleider van leerlingen. Je hoort termen als praktijkopleider, leermeester, stagecoördinator, leerlingbegeleider of werkplekbegeleider. Zijn er verschillen? En zo ja, wat zijn die dan?

 

Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL)

Mogelijk volgen leerlingen in jouw bedrijf een opleiding via de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) of Beroeps Opleidende leerweg (BOL). Deze leerwegen leiden op tot een landelijk erkend mbo-diploma. Een opleiding in de BBL-variant wordt grotendeels in de praktijk (het leerbedrijf) uitgevoerd en afgerond. Een BOL-opleiding wordt veelal op school uitgevoerd, aangevuld met stages in het bedrijfsleven.

Het leren in de praktijk als onderdeel van de opleiding wordt beroepspraktijkvorming genoemd, meestal afgekort als BPV. De leerlingen worden in de BPV begeleid door een medewerker van het bedrijf: door jou!

Je werkt in een erkend leerbedrijf. Elk erkend leerbedrijf moet beschikken over één of meerdere begeleiders die leerlingen begeleiden in de BPV. Zoals veel andere instanties hanteren wij voor deze begeleider de term praktijkopleider.

De belangrijkste taken van een praktijkopleider zijn:

  1. het organiseren en coördineren van een optimale leeromgeving;
  2. het instrueren van nieuwe taken en het begeleiden van leerlingen in zijn algemeenheid;
  3. leerlingen helpen met het ontwikkelen en eigen maken van de juiste beroepshouding en professioneel gedrag;
  4. bijdragen aan de beoordeling van de leerling.

Verantwoordelijk voor praktijkdeel

Dit betekent meer dan alleen vakkennis ‘overpompen’ op de leerling. Je bent – kort gezegd – verantwoordelijk voor het praktijkdeel van de opleiding van de leerling en je hebt daarmee een opleidende en begeleidende rol. De BPV reikt immers verder dan het aanleren van vaktechnische vaardigheden. Het leren uitoefen van een beroep betekent dat een leerling zowel leert functioneren in het arbeidsproces, als in het omgaan met de waarden en normen van het bedrijf als organisatie.

Om deze taken goed uit te voeren moet je over drie belangrijke vaardigheden beschikken.

  • Vakinhoudelijke vaardigheden
    Een goede praktijkopleider is op de eerste plaats een goed vakman/vakvrouw. Hij beheerst de taken die overgedragen moeten worden, beschikt over de noodzakelijke kennis en kan de uitvoering van de taken plaatsen binnen de organisatie.
  • Sociale vaardigheden
    Een praktijkopleider moet goed om kunnen gaan met mensen en hij moet het leuk vinden om anderen te ondersteunen en te stimuleren bij de uitvoering van bepaalde taken.
  • Didactische vaardigheden
    Een praktijkopleider heeft inzicht in de mate waarin de medewerker bepaalde taken beheerst. Met behulp van het eventueel aanwezige opleidingsmateriaal kan de praktijkopleider de theorie uitleggen en op een positieve wijze ingaan op de vragen van leerlingen.

 

Onderhoud contacten

Als praktijkopleider heb je niet alleen contacten met de leerling, maar onderhoud je ook contact met vertegenwoordigers van de onderwijsinstelling en de praktijkadviseur van SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven).

De onderwijsinstelling (meestal een ROC) is eindverantwoordelijk voor een opleiding en geeft ook aan welke competenties in de BPV geleerd en getoetst moeten worden.

SBB heeft namens de overheid de wettelijke taak om bedrijven te erkennen als leerbedrijf en leerbedrijven te begeleiden met hun taak leerlingen vakgericht op te leiden in de praktijk. Meer informatie over SBB vind je op www.s-bb.nl.

 

Werkplekbegeleider

Wat je in de praktijk vaak ziet is dat bepaalde taken van de praktijkopleider in goed overleg gedelegeerd worden aan collega’s binnen het bedrijf. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een leerling op een andere locatie werkt dan de praktijkopleider (bijvoorbeeld bij een klant), of wanneer de leerling specifieke taken moet leren die de praktijkopleider niet (goed) beheerst. De persoon waarmee de leerling dan samenwerkt en van wie hij instructies krijgt, noemen we de werkplekbegeleider. De werkplekbegeleider krijgt dan een specifieke taak mee van de praktijkopleider om over te brengen op de leerling. Hij of zij begeleidt dan (tijdelijk) de leerling. De werkplekbegeleider legt verantwoording af aan de praktijkopleider en onderhoudt geen contacten met de onderwijsinstelling of met SBB.

Een werkplekbegeleider kan dus deels dezelfde taken hebben als de praktijkopleider. Echter de praktijkopleider heeft de eindverantwoordelijkheid voor de begeleiding en opleiding van de leerling in de beroepspraktijk in het bedrijf.

 

Doorgroeien

Wil jij graag doorgroeien in jouw rol van praktijkopleider of werkplekbegeleider? En jezelf meer verdiepen in onderwerpen als:

  • Omgaan met weerstand
  • Feedback geven
  • Motivatie stimuleren
  • Ontdekken hoe mensen leren
  • Effectief instrueren
  • Voortgangsgesprekken houden
  • Werk beoordelen

Dan is de training praktijkopleider écht iets voor jou! Neem eens een kijkje op onze speciale trainingspagina.

Training praktijkopleider>

 

 

 

Onze opdrachtgevers